[13]Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal [zich] noemen met den naam van Jakob; en gene zal [met] zijn hand schrijven: [Ik ben] des HEEREN, en zich toenoemen [14]met den naam van Israel.
13. De zin is: Zo de gelovige Joden als de gelovige heidenen zullen toelopen tot den Heere hem kennende voor hunnen Heere en Meester, en zich onder hem begevende, alsmede tot zijne kerk behorende; zie Ps.87:4, enz. 13. die zal [zich] noemen De zin is: Zo de gelovige Joden als de gelovige heidenen zullen toelopen tot den Heere hem kennende voor hunnen Heere en Meester, en zich onder hem begevende, alsmede tot zijne kerk behorende; zie Ps.87:4, enz.
14. Dat is een Israeliet, een gelovige of een Christen, gelijk de gelovigen in het Nieuwe Testament genoemd worden; zij zijn geestelijkerwijze Israelieten en kinderen van Abraham. Zie Rom.4:11,12, en Rom.11:26; idem, Gal.3:29, en Gal.6:16.